‘Populier de ideale verbinder met geleefde structuren’
In de constructie en bij de afwerking van veel gebouwen die we nu als agrarisch erfgoed beschouwen, is in het verleden hout gebruikt. Populierenhout zie je daarbij onder meer terug in het dakbeschot, in spanten en vloeren van oude boerderijen en schuren. ‘Al moet je ‘zien’ hier niet altijd meer letterlijk nemen’, is de ervaring van architect John van Lierop.
In de loop van de tijd is er vaak gerenoveerd of geklust met minder houtachtige materialen. ‘Daarbij is het hout simpelweg vervangen door iets anders of door schilder- stuc- of behangwerk aan het oog onttrokken’, ziet John van Lierop.
Maar gelukkig kiezen architecten die zich vandaag de dag bezighouden met de verduurzaming en renovatie van agrarisch erfgoed weer vaker voor hout. Die opleving past in een verlangen naar duurzaam bouwen met in je huis meer verbinding met de natuur; een reactie op het haastige leven van velen, ver weg van die natuur.
Van Lierop: ‘Het heeft ook een link met de jaren ’70 van de vorige eeuw. Toen werden veel houten planken maar ook andere materialen onbehandeld toegepast.’
Het gebruik van Nederlands populierenhout kan bij architecten vanuit historisch perspectief een voor de hand liggende keuze zijn; bijvoorbeeld als dakbeschot in een schuur of achterhuis. Maar in oude boerderijen zie je deze houtsoort nu vaker terugkomen als strak accent. ‘Een plafond of wand van populierenhout geeft al gauw een mooie verbinding met geleefde oude structuren van baksteen en eikenhout.’
Veel architecten en hun klanten vallen voor de charme van populierenhout. Het is minder gelig dan eiken, kent een subtiele vlam en is behalve licht van kleur ook licht van gewicht. Als plafondafwerking is dat laatste winst. De kans dat je een oude dakconstructie vanwege isolatie moet verzwaren, is met populierenhout een stuk kleiner. ‘En ook tijdens de daadwerkelijke plaatsing van het plafond of de wand, werkt het lichte gewicht in je voordeel.’